Oorspronkelijk werd het eiland Kos gekoloniseerd door kariers, later werd het eiland ingenomen door de doriërs in de elfde eeuw voor christus. Tijdens de peloponnesische oorlog diende Kos als basis in de Egeïsche zee voor de troepen en vloot uit Athene nadat Rhodos in opstand was gekomen. Pas in 366 voor christus werd er een democratie op Kos gevestigd en werd de huidige hoofdstad Kos stad gebouwd.
Onder het bewind van Alexander de grote bereikte Kos het hoogtepunt van zijn ontwikkeling, Kos werd vooral gebruikt als marinebasis om de EgeÍsche zee te controleren. Cleopatra bewaarde een deel van haar goudvoorraad op Kos. In de oudheid werd Kos ook wel Nymphaea of Meropis genoemd, de ligging van Kos gaf het een zeer belangrijke rol met betrekking tot de handel op de Egeïsche zee, het eiland stond ook bekend om zijn goede wijn en de zijdeindustrie.